DRIE EN TWINTIGSTE VERSLAG van den slaat der Academie van Beeldende Kunsten te 's-G raven hage, over 18811882. Bijlage 28. Zelden gebeurt het dat een Academie-jaar zulke aangename en verheffende herinneringen nalaat als dat, hetwelk nu achter ons ligt. Hoe weinige instellingen toch is het gegeven, gelijk de Academie dit op 25 Mei 1882 vermocht, haar tweehonderd jarig bestaan te vieren, en welk een heerlijk voorrecht was het, zulk een feest zoo plechtig en waardig te kunnen her denken als het der Academie gegund werd. Die viering is het lichtpunt, de groote gebeurtenis van het afgeloopen Academie jaar. Dat de Academie dit gedenkwaardig feest met zulk een luister, op zoo echt artistieke wijze kon doen plaats hebben, heeft zij te danken aan de hartelijke mede werking, die haar van alle zijden ten deel viel. Toen eenmaal door den Raad van Bestuur besloten was, de jaarlijksche prijs- uitdeeling aan de feestelijke herdenking van het tweehonderd jarig bestaan te verbinden, richtie men zich in eene circulaire tot de vermogende en kunstlievende st^idgenootenzoowel leden als niet-leden der Academie ten einde hunne aandacht op dat herinneringsfeest te vestigenen hunne onmisbare belangstelling in de inrichting zooveel mogelijk op te wekken. Bij het gemeente bestuur dat aan de Academie reeds zulk eene ruime jaarlijksche toelage schenkt, meende de Raad niet te mogen aankloppen, en buitendien was het ook eigenaardiger, door vrijwillige gaven dit feest tot stand te brengen. Deze circulaire heeft geenszins hare uitwerking gemist, want

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 376