28. eenige ververschingen Architectlira, Pictura en Sculptura in het gevelveld van het Academie-gebouw ontleend. Het daarop volgende „Opwaarts” voor koor van R. Hol schonk dezen gewaardeerden componist welverdienden bijval. Het „Vlaggelied” van Verhuist, eveneens door de Koninklijke zangvereeniging uitgevoerd, en de marsch uit Athalia door de leerlingen der muziekschool vormden, met het slotwoord van den Voorzitter, de laatste nummers van het aan afwisseling zoo rijke programma. Daartusschen had de Voor zitter aan de vergadering medegedeelddat de Raad van Bestuur, op het voetspoor zijner voorgangersbij dit gedenkwaardig feest tot eereleden had benoemd: de heeren David Bles, J. Bosboom, Jhr. Mr. F. G. A. Gevers DeynootA. W. van DamJ. IsraëlsH. F. C. Ten Kate, II W. Mesdag, W. F. G. Nicolai en A. Roodenburg. Daarna werden de rijen verbroken en bood men den gasten aan. De tentoongestelde teekeningen van jaren herwaarts, tot zelfs beelden van Willem Doudyns, den stichter der Academievan der Schuer en Mattheus Terwesten werden met groote belangstelling bezienen zoo eindigde dit zeldzaam feest in de smaakvol verlichte en versierde zalen op de aangenaamste wijze. Behalve dit festijn, dat de Raad van Bestuur aan zijne leden en voorstanders aanboodwerd ook aan ieder hunner een exem plaar toegezonden van het geschrift De schildersconfrerie Pictura en hare Academie van Beeldende Kunsten te ’s-Graven- hage 1682—1882”, de geschiedenis der instelling bevattende van hare stichting af tot den tegenwoordigen tijd, door den secretaris uit de oude archieven, notulen en andere stukken 1 bijeenverzameld. Gelijk reeds met een enkel woord werd vermeld, traden bij het herinneringsfeest 60 stadgenooten als ledenen 7 als begun stigers toe, zoodat het aantal leden nu 250 en dat der begun stigers 18 bedraagt. Veertien leden ontvielen door den dood aan de instellingzeven namen om verschillende redenen hun ontslag. Het overleden lid Mej. H. Dompierre de Chaufepié vermaakte aan de Academie eene som van honderd guldenwelke door den Raad met dankbaarheid aanvaard werd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 379