28. De cursus voor het middelbaar onderwijs bestond des winters uit 18 mannelijke en 19 vrouwelijke en des zomers uit 18 man nelijke en 23 vrouwelijke leerlingen, die allen den ganschen dag in de Academie doorbrachten om zich in al de vakken te bekwamen, die voor het verkrijgen der acte M. O. vereischt worden. Bij het jongste examen te Amsterdam werd die acte door de vrouwelijke leerlingen van Hove, Lourens en van Rossem en de mannelijke leerlingen Rink en Rozenbeek behaald. Naarmate deze cursus zich meer en meer uitbreidt, neemt hij ook grooter ruimte in beslag, en bij de beschikking over het geheele gebouwwaarin zich de Raad in den afgeloopen zomer verheugen mochtis het grootst gedeelte der bovenlokalen voor het Middelbaar Onderwijs bestemd geworden. Door het steeds toenemend aantal leerlingen, zoowel gewone als die voor het M. O., is de Raad dus zelfs nu, met de be schikking over 8 bovenvertrekken, niet bij machte, een begin van uitvoering te geven aan zijn lang gekoesterd plan om de Academie tot eene kunstnijverheidschool te hervormen. Trouwens hiervan was de Raad reeds in 1876 bij het openbaar maken van het hervormingsplan doordrongen, toen hij in zijne Memorie van Toelichting schreef: „dat de aanvraag van het geheele Academiegebouw niet een gevolg is van de wenschelijke uit breiding op kunstnijverheids-terrein, daar het uit de toelichting der plannen, aan Burgemeester en Wethouders toegezonden, genoegzaam blijkt, dat het geheele gebouw ook voor voldoend Academie-onderwijs onvermijdelijk noodzakelijk is geworden.” Bij de toenemende uitbreiding der Academie is de beschikking over de bovenlokalen niettemin eene wezenlijke uitkomst. Kort na den aan vang van den cursus 18821883 heeft men dan ook den linkerbovengang in een teekenlokaal herschapen en hierdoor een aantal jongelingenvoor wie anders de Academie gesloten ware gebleven, kunnen toelaten. Door de flinke medewerking van het Gemeentebestuur zijn die bovenlokalen in behoorlijken staat gebracht en voor hunne nieuwe bestemming ingericht. Moge dus de Academie nog geen gevolg kunnen geven aan het veelomvattend plan, de meerdere beschikbare ruimte stelt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 382