29.
f 1261.76]
Aan dezen werden gezamenlijk verstrekt 13334 portiën spijs
vertegenwoordigende eene geldswaarde van f 1000.05
2097 kilogrammen roggebrood, ter waarde van - 199.21}
12500 turven, ter waarde van- 62.50
Te zamen
kenmerkte, werd echter de uitoefening van verschillende tot
de visscherij in betrekking staande bedrijven belemmerd, ten
gevolge van tusschen reeders en varensgezellen gerezen ge
schillen over de aanmonstering bij den Waterschout en de toe
kenning van loonwelk verschil eerst op het laatst van Februari
werd bijgelegd.
Tot de vermelding van eenige bijzonderheden overgaande
vestigt het Burgerlijk Armbestuur de aandacht op het volgende:
Bij de eerste uitdeeling in Januari 1882 wees de lijst der
bedeelden een cijfer aan van 446 gezinnen, uitmakende 907
personen, gezamenlijk bedeeld met 313.85 in geld en 559
brooden ’s weeks, benevens 127 portiën spijs daagseenegelds
waarde vertegenwoordigende van 67.35, hetgeen bij omslag
voor den onderstand van ieder gezin ongeveer hetzelfde bedrag
aanwijst als het vorige jaar op dit tijdstip; terwijl op die zoo
genaamde vaste lijst 16 gezinnen minder bedeeld werden, dan
bij de eerste uitdeeling in 1881.
Tevens hadden als gewoonlijk in het wintersaizoen verstrek
kingen plaats van hemden, dekens, stroo en stroozakken, en
uitsluitend voor Scheveningenook mans-broekenvrouwen
rokken, kousen en klompen, welke laatste voorwerpen echter
in een van jaar tot jaar verminderd aantal worden uitgedeeld.
Ook worden aan elk der gezinnen in den wintertijd eenige
brandstoffen uitgereikt.
Behalve de bovengemelde 446 gezinnen werden om hierboven
vermelde redenen nog gedurende eenige winterweken te Scheve
ningen alleen met brood en warme spijs, en voor ééns met
eenige brandstoffen op 1 Januari in bedeeling opgenomen 125
gezinnen uitmakende 513 personen, welke onderstand echter
met 28 Februari eindigde.