29. een dezer gezinnen is de vader, ten wiens name dit gezin bekend stond, komen te overlijden, en zijn de verschillende leden naar elders vertrokken. Twee dezer huisgezinnen waarvan het hoofdwegens hoogen leeftijd of ziekelijkheid niet meer in staat is door arbeid geheel in hunne behoefte te voorzien, werden met eene toelage onder steund. De vier overigen zijn als vrijboeren gevestigden ver oorzaken alzoo aan het Armbestuur geene kosten. Daarenboven werden nog voor zijne rekening in die gestichten verpleegd eene bij hare betrekkingen inwonende oude vrouw, alsmede een viertal verlaten kinderen. Tevens zag het Armbestuur zich op voorstel van Commis sarissen der Maatschappij verplichtom de toelagen ten behoeve van twee in vorige verslagen genoemde hulpbehoevende gezin nen voort te zetten, welke ondersteuning echter van tijd tot tijd eenige vermindering ondergaat. Ter zake van deze ondersteuning en verpleging werd in 1882 aan de Maatschappij van weldadigheid betaald f 764.22} tegen f 816.69} in 1881. Tot de mededeeling overgaande van hetgeen betrekking heeft op de verstrekking van geneeskundigen onderstand, ziet het Burgerlijk Armbestuur zich verplicht vooraf te vermeldendat een der geneeskundigen, Dr. H. J. G. Vorstman op 26 No vember 1882 is overleden. Bij Raadsbesluit van 15 April 1856 tot gemeentegeneeskundige benoemd, behartigde hij in die be trekking gedurende ruim 26 jarenmet volkomen toewijding en bijzonderen ijver de belangen der aan zijne zorgen toevertrouwde behoeftigen. Ter vervulling dezer vacature werd bij Raadsbesluit van 21 December 1882 benoemd Dr. J. H. M. Geraeds. Het Burgerlijk Armbestuur thans de aandacht vestigende op den hier volgenden staat, herinnert daarbij, dat, daar Inspectores der gemeente-apotheek bij Raadsbesluit van 15 Juni 1881 ontheven zijn van de dagelijksche opgaven van het voor iedere onderstandswijk gereed gemaakte aantal voorschrif ten deze hier niet door het Armbestuur kunnen worden vermeld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 398