29.
r>
T)
n
van
r>
n
Eene vergelijking dezer opgaven met die over 1881geeft
met opzicht tot de in de zes eerste geneeskundige afdeelingen
in doorloopend geneeskundigen onderstand opgenomen personen
in 1882 een lager cijfer f37) aan, wat gezinnen betreft; doch
een hooger (119) wat de personen (leden des gezins beneden
de 18 jaren) aangaat. Onder het totaal cijfer van de in door
loopenden geneeskundigen onderstand opgenomenen, waren er
12 meer die in gestichten wwden verpleegd.
Het aantal in die afdeelingen uitgereikte ziekenbriefjes wijst
voor s-Gravenhage 1192 en te Scheveningen 98 meer aan dan
in 1881; in welke laatste onderstandswijk 3109 geneeskundige
voorschriften of 419 meer dan bet vorige jaar werden verstrekt.
De gezondheidstoestand in deze Gemeente gedurende 1882
mocht niettemin, ook volgens het verslag der geneeskunst-
oefenaren over het algemeen voldoende genoemd worden.
Dat verslag vermeldt o. a. dat in den loop van 1882 steeds
sporadische gevallen van mazelen en roodvonk voorkwamen.
In de maanden Juli tot October namen de gevallen van rood-
vonk zelfs eenigszins toedoch behielden zij meestal een goed
aardig karakter, zoodat zich slechts enkele lethale gevallen
voordedenen wel meestal aan de na het roodvonk zoo ge-
vreesde nierziekte met verschijnselen van algemeene waterzucht.
Te Scheveningen heerschten de mazelen in het laatste
kwartaal hevig, en kwamen er ook nog al sterfgevallen voor.
Tegen het einde van het jaar begon het aantal ziekte- en
sterfgevallen echter te verminderen.
Daar de zomer van dit jaar zeer regenachtig en guur wras
was de sterfte aan zomer diarrhees en cholera infantum zeer
gering; terwijl in het voor- en najaar de gewone katarrhale
en rheumatike aandoeningen zich veelvuldig voordeden.
In zooverre als de gezondheidstoestand der klasse
stadswege geneeskundig behandeldeen beeld mag heeten
„van de geheele bevolking van den Haag, hetgeen, als zijnde
„zij de talrijkste en voor ziekten meest vatbare klasse, misschien
wel gerechtvaardigd ismag de gezondheidstoestand der Haagsche
„bevolking, in het afgeloopen jaar voldoendegeheeten worden.”