36 de exploitatie van de table d’hote, de restauratie en de buffetten gedurende het badseizoen van dat jaar weder op te dragenop denzelfden voet en onder dezelfde voorwaarden, waarop de heer W. van Dormolen die in de vorige jaren had uitgevoerd. Eenigen tijd later, en wel den llden Juli, diende de heer Vaillant met zes andere leden van den Raad op nieuw een voorstel in tot verbouwing van het bad huis tot een volledig bad- en kurhuis, met opheffing van liet logement, welk voorstel, gelijk uit daartoe strekkende ingekomen adressen bleek, onder een deel der ingezetenen met welgevallen was begroet. Hieruit namen wij aanleiding den 3den October aan den Raad in overweging te geven: 1°. in beginsel te besluiten tot het stichten voor rekening der Gemeente van een bad- en kurhuis te Scheveningen; en 2°. bij aanneming daarvan machtiging te verleenen tot het uitschrijven van een prijsvraagmet daaraan te verbinden premie. Na de indiening van dit voorstelwaaromtrent aan het einde van het jaar nog geen beslissing was geno men werden de navolgende verzoeken gedaan 1°. door de heeren M. A. Reiss en L. G. Goblyn, beiden te Parijs woonachtig, om het badhuis in zijnen geheelen om vang voor den tijd van 99 jaren in erf pacht te mogen bekomen tegen betaling eener jaar- lijksche erfpacht van 25,000, en met het voornemen om ter plaatse van het groot stedelijk badhuis een kurzaal te bouwen alsmede een theater op het terrein thans ingenomen door de stallen, mits de gemeente tegen vergoeding eener vaste jaarlijksche rente en annuïteit aan de maatschappij verstrekke de helft der kosten tot

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 42