59. Op de uitnoodiging van Burgemeester en Wethoudersdat de Kamer twee harer leden aanwijzedie zich in betrekking stellen met het comité van uitvoering voor de in 1883 te Am sterdam te houden internationalekoloniale en uitvoerhandel- tentoonstelling om zich te belasten met het vertegenwoordigen van de belangen dier tentoonstelling en vooral met het aan moedigen van de nijverheid tot het inzenden van producten en fabrikaten, werden, blijkens brief van 15 Februari 1882n°. 6, benoemd de Voorzitter en de heer C. Rutten. Het verzoek van de firma Koou en Cnopivs c. s. te Arn hem ondernemers van stoombootdiensten tusschen deze en andere gemeentenom ondersteuning van hun adres aan Burgemeester en Wethouders, dat het havengeld, evenals vroeger, op voor- deelige voorwaarden bij abonnement moge worden betaalbaar gesteldvoor wie dat verlangenwerd bij brief van 12 April 1882n”. 10afgewezen aangezien de opheffing van de ge legenheid tot abonnement en de invoering van een uniform havengeld juist op het initiatief der Kamer hebben plaats gehad. Aan de heeren W. van Hasselt en C. M. Kan te Amster dam werd bij brief van 10 Mei 1882, n°. 14, te kennen ge geven dat de wijzewaarop de bevolking van een deel van Rusland zich vooral in den laatsten tijd heeft doen kennen geenszins geschikt is om den sinds lang sluimerenden onder nemingsgeest hier te lande wakker te schudden voor het op sporen van nieuwe handelswegen in eene nog bijkans onge naakbare streek als West-Siberiëen dat eene poging, daartoe in ’s-Gravenhage aan te wenden naar het oordeel der Kamer zóó weinig kans op welslagen aanbiedtdat zij geen vrijheid vindt hiertoe te adviseeren. Aan het verzoek van den heer J. F. de Booij te Breda om ondersteuning van het adres van eenige ingezetenen dier gemeentedat een onderzoek moge worden ingesteld naar de geldverspillingen bij het leger hier te landewerdblijkens brief van 15 Juni 1882n°. 18niet voldaanop grond dat in de wijze van aanbestedingen bij de departementen van alge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 467