59. meen bestuur reeds eenige veranderingen zijn gebracht, die inderdaad als zoovele verbeteringen zijn aan te merkenen nog meerdere van dien aard niet zonder grond mogen worden te gemoet gezien. Aan den heer H. Kokee alhier, zich beklagende dat het gemeentebestuur hem vergunning heeft geweigerd tot het op richten eener kopergieterijen verzoekende dat de Kamer ten deze een onderzoek instelleen naar gelang van den uitslag daarvanvoor hem tnsschenbeide komewerd bij brief van 13 Juli 1882, n°. 19, te kennen gegeven, dat de Kamer, ofschoon betreurendedat blijkens zijn schrijven nieuwe belemmeringen aan de ontwikkeling der industrie worden in den weg gelegd zich met het oog op art. 2 van het organiek besluitregelende den werkkring der Kamers van Koophandel en Fabrieken onbevoegd acht om nu de zaak reeds aan eene beslissing in het hoogste ressort is onderworpenalsnog tusschen beide te komendoch dat zij gaarne omtrent deze voor de nijver heid zoo gewichtige aangelegenheid een onderzoek zou hebben ingesteldindien hare tusschenkomst ware ingeroepen toen de zaak nog bij het gemeentebestuur aanhangig was. Aan den heer J. M. IJserman alhier werdnaar aanleiding van zijn verzoek om beoordeeling van zijn ontwerp spoorweg- moniteurbij brief van 15 December 1882n°. 37te kennen gegevendat de Kamer zich daartoe niet bevoegd achtdoch dat nu de Minister van Waterstaat enz. het ontwerp reeds zoowel in beginsel als in samenstellingongeschikt heeft ver klaard voor hoofdspoorwegen hem in overweging wordt ge. geven zich tot de directien der locaal-spoorwegen te wenden met verzoek om op hare lijnen de deugdelijkheid van zijn ont werp te doen onderzoeken. Nog werd besloten geen gevolg te geven aan de volgende verzoeken om ondersteuning van adressen aan de Regeering of aan de 2de Kamer der Staten-Generaalals van: u. fabrikanten te Aalten en de Kamer te Tilburg om her-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 468