71 2®. In het afgeloopen jaar werden begraven: 23 56 31 2 230 1004- waarvan 335 te Scheveningen. De loop dezer ziekten over de verschillende maanden van het jaar kan worden nagegaan in de tabel hier achter gevoegd als bijlage 19. Mocht de gezondheidstoestand over het algemeen niet ongunstig te noemen zijn, bovenstaande getallen wijzen aan, dat het roodvonk en de mazelen veelvul dig voorkwamen, laatstgenoemde echter voornamelijk te Scheveningen alwaar dan ook op voorstel van den Inspecteur voor het geneeskundig Staatstoezicht in deze Provincie den 28sten October de mazelen epide misch werden verklaard, waarvan openbare afkondi ging geschiedde den 31 sten October d. a. v. en welke epidemie tot het einde van het jaar bleef aanhouden. Beide ziekten verkregen een kwaadaardig karakter; van de hierboven genoemde mazelengevallen te Sche veningen waren 49 met doodelijken afloop, terwijl het roodvonk, na een snel verloop dier ziekte, verscheidene slachtoffers ten grave sleepte. der wet van 4 December 1872 (Staatsblad aangiften gedaan als volgt; Typhus Febris typhoïdea Diphtheritis Pokken Roodvonk Mazelen 1°. De bestaande begraafplaatsen ondergingen geene veranderingen, die der vermelding waardig zijn. n®. 134) III. BEGRAAFPLAATSEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1882 | | pagina 77