j 276
I
136
E
bouwkunde
I
G
D
voor gronden der teekenkunst
ornament
pleisterornament
ornament
boetseeren
73
37
165 1
56
36
19 1
De cursus voor vrouwelijke leerlingen bestond des
winters uit 61 en des zomers uit 47 jonge dames. De
zomercursus voor mannelijke leerlingen werd door 89
jongelieden gevolgd.
De verschillende afdeelingen werden bezocht door
het navolgend aantal leerlingen
Afdeeling A
B
i 1ste klasse
I 2de
I 3de
4de
De cursus voor ontleedkunde werd door 19 manne
lijke en 12 vrouwelijke leerlingen gevolgddie in de
kunstgeschiedenis door een zevental en die in de
compositie en doorzichtkunde door 17 leerlingen. Aan
het onderwijs in de beschrijvende meetkunde namen
op den dag 18 en des avonds 6 leerlingen deel. De
cursus voor landmeetkunde bestond uit 8, voor meet
kunde uit 18 en voor cijferen uit 90 leerlingen.
Van den cursus voor het Middelbaar onderwijs werd
door de vrouwelijke leerlingen M. De Chauvigny de
Blot en J. Groiset van der Kop en de mannelijke
leerlingen E. Van der Woude en A. J. P. Boudewijnse
bij het jongste examen te Amsterdam de acte behaald.
Het verslag van den staat der Academie van beel
dende kunsten is hierachter opgenomen onder bijl. 27.
3°. De Schouwburg.
De verwachtingen, die wij van de loffelijke en ijve
rige pogingen van de Koninklijke Vereeniging «Het
185
108 j 138
30
I
3