I
138
Ten slotte herinneren wij dat bij de behandeling
der Gemeentebegrooting voor 1884, besloten is tot intrek
king van het geldelijk subsidie aan de Fransche opéra.
Het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, waarin
de vereeniging Diligentia, en de afdeeling ’s-Gravenhage
der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst hare
concerten geeftwerd door verscheidene tooneelgezel-
schappen bezocht, terwijl verschillende tentoonstel
lingen in dit jaar aldaar gehouden werden.
Het Museum van Moderne kunst bleef ook dit jaar,
gedurende den bouw van het daarvoor bestemde lo
kaal, voor het publiek gesloten.
De schilderijencollectie w'erd vermeerderd met een
door wijlen Mr. D. Léon aan dat Museum gelegateerd
schilderij van zijn zoon Maurits Léon, voorstellende
«de ontwinding der wetsrolVoorts is aan het Museum
door wijlen Mr. W. N. Lantsheer vermaakt een
legaat groot f 2000.
Bij het einde van 1882 werd de Gemeenteraad door de
Vereeniging voor Handel en Nijverheid en de Kamer
van Koophandel en Fabrieken aangezocht om over
te gaan tot de oprichting van een Kunstindustrie-
museum in deze Gemeente.
De redenen, die tot dat verzoek leidden, waren
voornamelijk gegrond op de overbrenging van alle
zeldzaamheden en kunstvoorwerpen uit de in deze Ge
meente aanwezige musea naar het Rijksmuseum te
Amsterdam, waardoor de nijverheid, voor zooveel zij
belang heeft bij de kunst, verstoken zal worden van
vele hulp en van leermiddelen, die tot hare vorming
en ontwikkeling bijdragen.
Den löden Januari van dit jaar sloot zich een
65 tal ingezetenen bij die verzoeken aan, later nog