139
HOOFDSTUK X.
De toestand van het Armwezen in deze Gemeente mag
over het algemeen niet ongunstig genoemd worden.
In het begin van het jaar waren wij echter genood-
gevolgd door een adres van de Vereeniging tot be
vordering van Fabriek- en Handwerksnij verheid in
Nederland.
Alvorens den Raad op die verzoeken te praeadvi-
seeren, stelden wij nog pogingen in het werk om
eenige alhier in de Rijksmusea aanwezige en voor de
nijverheid dienstige kunstvoorwerpen te behouden;
het mocht ons echter niet gelukken den Minister van
Binnenlandsche Zaken daartoe te overreden.
Hoewel overtuigd dat de oprichting van een Kunst-
industriemuseum voor de opleiding van den aanstaanden
ambachtsman zeer gewenscht zoude zijnmoesten wij
echter die oprichting vooralsnog ontraden, op grond
van de financieele bezwaren daaraan verbonden. Over
eenkomstig ons voorstel werd den 31 sten Mei dooi
den Raad besloten.
De Raad van bestuur van de Academie van Beel
dende Kunsten, deze aangelegenheid in zijn verslag
besprekende, voedt echter nog de hoop dat een der
gelijk museum, op kleine schaal ingericht, wellicht
door particuliere krachten zal worden tot stand ge
bracht.
Ten aanzien van bibliotheken, verzamelingen van
kunstvoortbrengselenleesinrichtingen en genootschap
pen ter bevordering van kunsten en wetenschappen,
die steeds om de vijf jaren worden vermeldverwij
zen w'ij naar het verslag over 1881.
Armwezen.