8 in den loop b. Het College van Burgemeester en Wethouders bestond uit de heeren: De Raad had in het afgeloopen jaar het verlies te betreuren van een vijftal zijner leden. De heeren Mr. C. van Bell en J. Stam werden door den dood aan hunnen nuttigen werkkring ont rukt; de heer Jhr. J. Mock nam zijn ontslag, terwijl de heer P. J. van der Burgh bij de periodieke ver kiezing niet weder in aanmerking ■wenschte te komen. Ook Mr. M. W. Baron du Tour van Bellinchave, van het jaar tot Minister van Justitie be noemd, zag zich door die benoeming verplicht zijn mandaat als lid van den Raad en als Wethouder neder te leggen. Aan dit vijftal zij te dezer plaatse een woord van hulde en waardeering gebracht; zij allen, de meesten hunner gedurende een reeks van jaren, behartigden met nauwgezetheid en ijver de belangen der Ge meente, ook in de verschillende Commissiën, waartoe Uwe Vergadering hun het mandaat verleende. Hunne plaatsen werden respectievelijk ingenomen door de heeren R. A. W. Sluiter, F. H. van Malsen, W. A. W. Graaf van Limburg Stirum, P. C. Evers en Jhr. G. J. G. Klerck. Aan de overige leden, die aan de beurt der perio dieke aftreding waren, werd een nieuw mandaat op gedragen. Ter vervanging van Mr. M. W. Baron du Tour van Bellinchave werd tot Wethouder gekozen Jhr. Mr. W. Six.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 14