462 De verschillende voorstellen welke dit jaar bij den Raad omtrent de tramwegen werden aanhangig gemaakt zijn alhier in korte trekken weergegeven. 1°. Omtrent de Haagsche tramwaymaatschappij a. verzoek van de Directie tot opheffing van de lijn BezuidenhoutRijnspoorwegstation,hetwelk den 20sten Maart werd ingewilligd. b. verzoek van een 114 tal ingezetenen om verlen ging van de lijn Bankastraat door de Scheveningsche boschjes naar de Witte brug over het Kanaal. Het daarop door ons den 27sten Maart uitgebracht praeadvies tot afwijzing van het verzoek werd in ’s Raads zitting van 3 April aangehouden in afwachting van de beslissing op de inmiddels ingekomen voor stellen van de Directie tot hervorming van den dienst en uitbreiding van het paardenspoorwegnetwaar onder ook de bovengenoemde lijn begrepen was. c. verzoek van de Directie om te mogen overgaan tot ontbinding der Belgische Maatschappij en weder oprichting eener Maatschappij onder de Nederlandsche wet met zetel te ’s-Gravenhage en concessie voor den tijd van 50 jaren. Den 25sten September werd door den Raad op het in punt c genoemd verzoek afwijzend beschikt, met dit gevolg, dat ook het in punt b genoemd verzoek van de hand werd gewezen. In dezelfde zitting werd echter een voorstel van den heer De Jonge aangenomen om over te gaan tot her ziening van de concessievoorwaarden, en werden wij uitgenoodigd na te gaan van. welke voorwaarden van fmancieelen aard de Maatschappij zoude kunnen wor den ontheven, voor zoover dit met de belangen der Gemeente zou zijn overeen te brengen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 168