163
Nadat hieromtrent door ons met de Maatschappij
in onderhandeling was getreden, deden wij den 4den
December den Raad daartoe de noodige voorstellen,
welke echter aan ons College werden geren voieerd
na de aanneming van eene motie van den heer P. C.
Evers, strekkende om een nader onderzoek in te
stellen omtrent den toestand en de wijze van exploi-
teeren der Maatschappijwaaruit zou kunnen blijken
het al of niet wenschelijke eener herziening der con
cessievoorwaarden, voor zoover die met de belangen
der Gemeente bestaanbaar is. Den uitslag hiervan
deelen wij in ons volgend verslag mede.
d. Verzoek van een aantal ingezetenen van Sche-
veningen om der Directie de verplichting op te leggen
den dienst langs den ouden Scheveningschen weg ook
des winters tot het Badhuis uit te strekken.
Bij de aanneming eener motie van den heer De Vries
werd in ’sRaads zitting van 27 December besloten dit
verzoek toe te staan.
2°. Aangaande de aan den heer C. H. van Dam te
Rotterdam verleende voorloopige concessie tot den
aanleg en de exploitatie van een stoomtramweg tus-
schen een te Loosdumen op te richten Badhuis en
deze Gemeente zij medegedeeld, dat den 26sten April
door de heeren B. de Vries en Henri Bosman alhier,
in wier handen de concessie inmiddels was overge
gaan, werd aangevraagd de verlenging van den ter
mijn, gesteld voor de inzending van plannen en tee-
keningen. Den 22sten Mei werd die termijn door den
Raad nader bepaald op 1 Juli. Een later ingekomen
verzoekom dien termijn alsnog te verlengen tot
1 October, werd den lOden Juli afgewezen.
3°. Den 20sten September Werd aan de Ussel-