9.
I 2
j 9
1
BEROEPEN enz. door de overledenen uitgeoefend.
11
1
3
1 I
1 J
Bijlage 9.
i
i
j
i
i
i
i
i
i
4
1
1
3
1
1
1
1
1
1
3
3
1
2
2
1
2
1
1
15
16
1
3
1
1
14
1
1
1
1
1
5
2
2
2
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
6
11
2
1
11
1
3
2
1 ii Stalknecht.
1 II Steendrukker
1 N Steenhouwer.
2 I Stoelenmaker
13 I Stoffeerder
7 Stoker.
17 Straatmaker
4 Straatveger.
14
I 1
15
2
Arbeider
Architect
Barbier.
Bedienaar der begrafenissen
Bediende
Beeldhouwer
Behanger
Bierbrouwer
Bleeker
Blikslager
Bloemist
Boekbinder
Boekdrukker
Boekhouder
Bordeelhoudster
Brievenbesteller
Broodbakker
Commissionnair in effecten.
Concierge
Dienstbode
Dokter
Gedelegeerde der Staatsloterij.
Generaal-majoor. (Gep.)
Gisthandelaar
Goudsmid
Graveur
Handelsreiziger
Kapper
Kastelein
Kleermakers
Koetsier
Koffiehuisbediende
Koffiehuishouder
Kok
Kolonel. (Gep. Luitenant-)
Koopman
Kopergieter
Koperslager
Kunstdraaier
Kurkensnijder
Landbouwer
Letterzetter
Liefdezuster
Loodgieter
Luitenant. (Eerste)
Oostindisch leger. (Eerste).
4
1
2
1
1
7
4
2
4
1
2 5
15 i
1
1
1
1
1
1
o
1
4
1
1
1
2
1
1
5
1
2
2
22
1
1
4
1
1
6
1
15
3
1
1
4
1
8
3
20
3
1
1
1
1
Aannemer
Advocaat..
Ambtenaar
(Gepensioneerd).
(Oostindisch)
(Gep. Oostindisch).
(Gep. Westindisch).
I Hoedenmaker
I Horlogemaker
I Huishoudster
H Ingenieur. (Gep. Hoofd-)
2 h Inspecteur van het ijkwezen
1 J midd. onderwijs
II Intendant Oostindisch leger. (Gep.).
I Ivoordraaier
Kamenier
Kantoorbediende
I Kantonrechter. (Oud-)
Kapitein
(Gep.)
Oostindisch leger. (Gep.)
ter zee. (Gep.)
Machinist
Majoor. (Gep.)
Oostindisch leger. (Gep.)
Mandenmaker
Metselaar
Meubelmaker
Militair beneden den rang van officier.
Modemaakster
Muzikant
Naaister
Notaris
(Oud-).
Officier der artillerie (Oud-)
van gez. Oostindisch leger. (Gep.)
Onderwijzer
Onderwijzeres
Oppasser
Opperman
Palfrenier
Poelierster
Portier
Praktizijn
Priester.
Procureur van den Hoogen Raad (Oud-)
generaal in Oostindie. (Oud-)
Raadsheer in het gerechtshof
Reeder
Rijtuigmaker
Schipper
Schoenmaker
Sigarenmaker
Slijter
Smid
Spekslager
Spoorwegbeambte1
Stalhouder
Strijkster.
2 li Stukadoor
Suikerfabrikant
Tapper
Telegrafist
I Timmerman
I Tooneelspeler.
Tramwegbeambte
4 Tuinman.
8 I Uitdraagster
2 Ij Veehouder.
Verver
Vischverkooper
Visscher.
Vleeschhouwer
Voerman.
Voorzanger.
Wagenmaker
Waschvrouw
Werkster.
â– Winkelbediende
Winkelier
Winkelierster
Zaakwaarnemer
Zadelmaker.
Zandvormer
Zeevarende