VERSLAG over den staat der Koninklijke
Muziekschool te ’s-Gravenhagegedurende
het jaar 1883.
Bijlage 1 3.
In voldoening aan het bepaalde bij art. 9 van het Reglement,
hebben wij de eer Uwer Excellentie het volgende mede te deelen:
A. Toestand van het gebouw.
Het gebouw op de Korte Beestenmarkt alhierdoor het
Gemeentebestuur van ’s-Gravenhage ter beschikking der school
gesteld en ingericht, kwam in den loop van den zomer gereed
en werd, bij den aanvang van het schooljaar 18821883 in
gebruik genomen.
Het bevat, behalve ruime vestibule, gang en trap, negen
groote en kleinere vertrekken. Bovendien werd door aanbouwing
in den tuin achter het oude gebouw, verkregen eene zaal van
voldoende ruimte, bestemd voor het orgel en voor de koor- en
orkestoefeningen en vier kleinere schoollokalenzoodat de school
thans te beschikken heeft over eene concertzaal en dertien ver
trekken waardoor in hare tegenwoordige behoeften ruim is
voorzien.
Voor den conciërge werd daarenboven mede in den tuin eene
passende woning gebouwd. De kosten van dien bouw en van
de verdere inrichting werden door de gemeente gedragen.
De overbrenging van het orgel, van het vroegere lokaal der
Teekenacademie naar de nieuw gebouwde zaal, waaraan nog al
aanzienlijke kosten verbonden zijn, moest tot een volgend jaar
worden uitgesteld, zoowel omdat daarvoor geene gelden konden
worden beschikbaar gesteld, als omdat de zaal nog sporen van
vocht vertoonde, die schadelijk op dat instrument zouden werken.