19.
Jhr. P. O. H. Gevaebts van Simonbhaven,
Mr. B. H. M. Hanlo,
Bijlage
’s-Gravenhage 15 April 1884.
I Leden.
Overeenkomstig het bepaalde bij art. 13 der verordening,
waarbij de Commissie van bijstand in het beheer van het
Gemeenteziekenhuis haren werkkring ziet geregeldheeft zij
de eer U hierbij het volgende verslag aan te bieden betreffende
den toestand dier inrichting over 1883.
De Commissie was op 1 Januari 1883 samengesteld uit de
heeren
Mr. F. M. Baron van der Duijn, Voorzitter.
W. Huijgbns Wzn.
Dr. G. Th. A. Wolteebeek Muller
Zag zij zich ten vorigen jare verplicht er op te wijzen, dat
een der ledenom gezondheidsredengenoopt was zijn mandaat
neder te leggen, terwijl een ander lid de Commissie door den
dood ontviel, nu mag men met genoegen constateeren dat de
Commissie onveranderd bleef.
De Hulpgeneesheer Dr. C. A. Molenaar, wiens diensten
zeer werden gewaardeerd, heeft zijnen werkkring op 15 Octo
ber jl. verlaten om zich als arts in de Gemeente te vestigen
aan hem werd toen op zijn verzoek een eervol ontslag verleend.
Zijn plaats bleef voorloopig onvervuld en werd daardoor de
taak van zijn collega Dr. L. van beb Hoeven al niet lichter
deze wist echter daaraan voortdurend zijne beste krachten te
wijden.
Met navolgenswaardigen ijver heeft de Huismeester-Boekhouder
zijne betrekking vervuld; zijne echtgenoote geeft immer reden
van tevredenheid over de wijze waarop zij hare verplichtingen
nakomt.