19. 38.2 41.3 30.8 Dat het getal zieken in 1883 verpleegd, veel grooter is dan vroeger, blijkt uit het bovenstaande. Even als in het vorig jaar, was in de 5e klasse de toename van zieken de grootste. De kring der werkzaamhedenwaarvan als middelpunt zoo veel mogelijk de zieke wordt bedoeldwerd uitgebreider. In alle klassen der verpleging werd dit trouwens gevoeld. Met het toenemend aantal verzwaart zoo licht de vorm der ziekten. Velen werden in een vroeg tijdperk opgenomen ook van ziekten, die later door den dood gevolgd zijn. Omtrent de mannen was dit het geval meer dan omtrent vrouwen. Hierin is de reden te zoeken van het feit, dat van de ge storven mannen de verpleegduur betrekkelijk groot was. Bij vele zieken komt voor, dat zij reeds geruimen tijd buiten het Ziekenhuis zijn behandeld. Dan zijn de gewone genees middelen doorgaans gegevenen als de werking daarvan vruchteloos blijkt, mag het niet verwonderen, dat de toevlucht genomen wordt tot andere geneesmiddelen, waarvan de nieuw heid ophoudt zoodra hunne kracht is gevraagd in de plaats van anderen, die vergeefs aangewend zijn. Niet door invallende zucht tot verandering, maar door de diepgevoelde behoefte alleen om de zieken te genezen of te verlichten. Verder hier over uitweiden zal ik nu nietterwijl ik hoop dat elders zullen ontwikkeld worden de gronden, waarop de waarde van enkele geneesmiddelen steunt, die ook in het afgeloopen jaar in het Ziekenhuis zijn beproefd met goed gevolg, een gevolg, dat goede vruchten afwerpt in het Ziekenhuis niet enkelmaar ook heilzaam zich gevoelen doet voor hen die buiten het Ziekenhuis worden verpleegd door de geneesheerendie hier hunne genees kundige vorming voortzetten, en later, wat ze hier leerden kennen, uitstrekken ook- tot de zieken in de stad. Hierin zie ik eene reden, waarom ook buiten het Ziekenhuis practiseerende ge neesheeren uitbreiding' vragen van de officieel vastgestelde Voor eiken ontslagen man is de verpleegduur gemiddeld 34.4 dagen. overleden elke ontslagen vrouw n •n n n n n T) n T) Y) n n n y Tt T> rt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 236