21. duinwaterleiding is ingesteld en de toestand allezins vol doende is bevonden (Bijlage IV). Belangrijk waren de proefnemingen, vanwegeeene commissie uil de Vereeniging, bestaande uit de leden Dr. Carsten en Dr. Par eau, verricht, ten einde de waarde na te gaan der ontsmettingsovens thans in gebruikwaarin beddengoed kleeren, gordijnen enz., die in onmiddelijke aanraking geweest zijn met lijders aan besmettelijke ziekten of in ziekenkamers, ontsmet worden. De groote vorderingen, die de leer van het ontstaan en het wezen der besmettelijke ziekten aan de onver droten nasporingen vooral van hen, die het onderzoek van het leven der lagere organismen tot hun levenstaak stelden, te danken heeft, kwamen ook der hygiëne ten goede. Wat door velen reeds vermoed werd, door anderen op grond van de ver schijnselen, bij de verspreiding der besmetting waargenomen, langzamerhand gepostuleerd werd, dat namelijk de ziekte-ver- wekkende kiemen levende organismen zouden zijn, is sints den laatsten tijd als een feit aan onze kennis toegevoegd. Zelfs de longtering, vroeger alleen als overerfelijk beschouwd, bleek door de ontdekking der tuberkel-bacillen van Koch ook bij de besmettelijke ziekten in zekeren zin gebracht te moeten worden. Bij het bestudeeren der levensvoorwaarden dier lagere organis men kwam hun sterk weerstandbiedend vermogen tegen de middelen, tot hunne verdelging aangewend, spoedig voor den dag. De steeds gebruikte ontsmettingsmiddelen zoowel als be- rookingen (chloor, carbolzuur, zwavelig zuur, enz.) bleken slechts een betrekkelijke waarde te hebbenterwijl alleen hooge temperatuur de zaden o. a. of, zooals men zegt, sporen van bacillen worden eerst door een oponthoud van 3 uren in heete lucht van 140° vernietigd deze organismen afdoende on schadelijk maakt. Hoe moeten nu goede ontsmettingsovens ingericht worden? Beantwoorden de tegenwoordige aan het voorgestelde doeln. 1. is de temperatuur hoog genoeg en dringt zij voldoende in de te ontsmetten voorwerpen door om destructie der smetstoffen te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 247