21.
in naburige gemeenten
Ten slotte blijft nog te vermelden over, dat in de laatste
vergadering der Vereeniging besloten werd, in navolging van
Nederland” der Algemeene Vereeniging Int
de Afdeeling „Nederland” der Algemeene Vereeniging Int ver
betering van liet lot der Blinden te Amsterdam het Gemeente
bestuur te verzoeken, (Bijlage VII) door den Ambtenaar van
den Burgerlijken Stand aan den persoon, belast met de aangifte
van .de geboorte van een kind, een blaadje te doen uitreiken,
bevattende eenvoudige hygiènische wenken ten aan
zien der behandeling van de oogen van pasgeboren
kinderen. Wij meenen omtrent de strekking van dezen
maatregel te kunnen volstaan met naar den inhoud van dit
Het bestuur der Vereeniging achtte het haar taak aan de
leden dier niet ontbonden Commissie, niet leden der Vereeniging
eene circulaire te zenden (Bijlage VI), niet twijfelende of de
tegenwoordige leden der Vereeniging, destijds leden der Cholera-
Commissiezouden ook bereid zijn hunne krachten voor het
beoogde doel beschikbaar te stellen. Acht leden beantwoorden
de circulaire in bevestigenden zin, terwijl de overige om over
wegende redenen (gevorderden leeftijdveranderde en vooral
drukkere bezigheden) hun toezegging niet durfden of konden
geven. Gelukkig had de hevige epidemie in Egtpte een kort
bestaan en bleef Europa van besmetting bevrijd; handelen van
onzen kant was onnoodig. Moge het deze Commissie niet ver
gund zijn spoedig actief op te treden.
Toen het bekend was, dat bij het vee
mond- en klauwzeer was voorgekomen en door eenige
geneesheeren aandoeningen van het mondslijmvlies bij kinderen
geconstateerd waren, die vermoedelijk door het gebruik van
melk van aan tongblaar lijdende koeien ontstaan zouden zijn,
werd van wege de Vereeniging, door eene mededeeling in
Vaderland en Dagblad, hierop de aandacht gevestigd en tevens
er op gewezen, dat, door koking der melk, de schadelijke
bestanddeelen vernietigd werden. Gelukkig kon korten tijd
daarna ook het ophouden van het mond- en klauwzeer mede
gedeeld worden.
