19
HOOFDSTUK IV.
De verzameling schilderijen en teekeningen werd
niet vermeerderd.
Naar de laatste door Gedeputeerde Staten afge
sloten rekening (art. 221 der wet van 29 Juni 1851
Staatsblad n°. 85), over het dienstjaar 1882, bedragen:
de ontvangsten. f 5,821,198.34}
en de uitgaven- 5,188,006.49}
zoodat die rekening sluit met een saldo
vanf 633,191.85,
Verder verwijzen wijwat dat dienstjaar betreft
naar de staten A en B (bijlagen 12 en 13), die den
aard der ontvangsten en der uitgaven afzonderlijk
Vermelden.
Van bovenvermeld saldo Werd ten bate van den dienst
1883 beschikt tot een bedrag van f 455,029.19, terwijl
het overige ad f 178,162.66 ten goede kwam aan den
dienst 1884.
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde
begrooting (art. 207) voor het dienstjaar 1884, is het
geraamd bedrag der
ontvangsten. 3,742,189.19
en der uitgaven- 3,742,189.19
Wij laten hier verder volgen een staat der Gemeente-
schulden
Geldmiddelen.