Bijlage VI. ’s-Gravenhage Juli 1883. Het Bestuur der Vereeniging voornoemd Dr. B. CARSTEN, Voorzitter. Dr. M. J. BOUVIN, Secretaris. Den Heere Lid der Cholera-commissie. Toen in ons land in 1873 de Cholera zich op nieuw vertoonde, werd door de leden der Vereeniging tot verbetering van den gezondheids toestand te 's-Gravenhage, eene Cholera-commissie opgericht en hebben, behalve de leden der Vereeniging, ook eenige andere ingezetenen het lidmaatschap dier commissie aanvaard. Die commissie had de eer u ook onder hare leden te tellen. Op de laatste vergadering werd destijds be sloten de commissie niet te ontbinden en aan onze Vereeniging de kas gelden enz. ter bewaring gegeven. Ook nu vertoont zich de Cholera op sommige plaatsen in Egypte in hevige mate en, hoewel er scherpe sanitaire maatregelen getroffen zijn, valt van een anderen kant niet te ontkennen, dat gevaar voor over brenging naar Europa bestaat. Het bestuur der Vereeniging heeft daarom besloten om, bijaldien de Cholera zich ook in Europa mocht vertoonen en dientengevolge ons land worden bedreigd, de leden der Cholera-commissie van 1873 ten spoedigste bijeen te roepen ten einde te beramenwelke maatregelen hier ter stede door haar, vóór en bij het verschijnen der Cholera, zouden genomen kunnen worden. Daar er 10 jaar ongeveer verloopen zijn sints deze commissie in wer king was, meende de Vereeniging de leden persoonlijk op nieuw te moeten verzoeken haar te willen melden of zij, bij eventueel optreden van genoemde commissie, op hunne medewerking zoude mogen rekenen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 266