22. III. den 26 April werden bij de admi- Toestand der Fabriek en Canalisatie. volgende ambtenaren verhooging van wedde toegekend, als den magazijnmeester den Isten klerk der exploitatie (intnsschen overleden), den 2den klerk der exploitatie vier klerken der administratie ieder den ambtenaar te Scheveningen een der geldophalers a. de Fabriek. De gebouwen, gashouders en toestellen, met uitzondering van de dakbedekking van het stokerijgebouwverkeeren in goeden staat van onderhoud. Ingevolge Raadsbesluit van nistratie nog twee klerken aangesteld. In de vacature, ontstaan door het overlijden van den Isten klerk bij de exploitatie den heer J. Bci.ting is nog niet voorzien. Door het verleenen van een eervol ontslag aan den controleur meter-opnemer H. Wesson (goedgekeurd bij Raadsbesluit van den 9 October) en het overlijden van den beambte aan het hulpkantoor in het Doelenstraat) e P. Wildenberg ontstonden twee vacatures, die aanleiding gaven tot de volgende mutatie en benoemingen: Bij besluit van 8 November werden benoemd tot ambtenaar aan het hulpkantoor in het Doelenstraatje A. van Lobenstein, geldophaler, tot geldophaler de ambtenaar- metervuller P. J. Landman, tot metervuller D. J. van der Graat en bij besluit van den 11 December tot metervuller C. H. J. de Hertogh. De 2de opzichter E. Remijn, die den 13 November 1882 voor slechts één jaar als proef was aangesteldwerd bij besluit van den 20 November in die betrekking benoemd. Bij de behandeling der begrooting over 1884 werd aan de aan 100.— - 100.— - 100.— - 100.— - 100.— - 50.— II. Ambtenaren en bedienden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 274