23
aan zijn
om
Heemskerk.
De Commissie van
dat de schuld derhalve eerst bestaat, wanneer de
kohieren krachtens de bij art. 266 der Gemeentewet
gevorderde goedkeuring van Gedeputeerde Staten uit
voering kunnen erlangen
dat de woorden van art. 262 hiermede volkomen
overeenstemmen, aangezien van vervolging eerst na
de goedkeuring van kohieren sprake kan zijn
Overwegende ten slotte dat, bij de goedkeuring der
genoemde kohieren, het algemeen belang niet is be
trokken
Geeft namens den Koning aan den adressant te
kennen, dat er geen termen bestaan
verzoek gevolg te geven.
bijstand in het beheer der ge-
meentefinanciën kwam tegen deze beslissing op in een
uitvoerig schrijven van 7 Juni d. a. v. Na aangetoond
te hebben dat ten aanzien van de meening van den
Minister, volgens welke de Gedeputeerde Staten door
het onthouden hunner goedkeuring de wet niet had
den geschonden, den Gemeenteraad niet anders over
bleef dan daarin te berusten, en dat de stelling, dat
bij de goedkeuring der genoemde kohieren het alge
meen belang niet was betrokken, bij gemis aan over
wegingen, niet kon worden onderzocht, ontwikkelde
de Commissie in haar schrijven ernstige bezwaren
tegen het gevoelen des Ministers, dat de belasting
schuld, ter zake van den hoofdelijken omslag, niet
onmiddellijk uit de w’et of de daarop gegronde veror
dening, maar uit de kohieren voortspruit. Met klem
van redenen betoogde de Commissie, dat de belasting-
schuld niet door het kohier ontstaat, maar door het
optstaan of het plegen van het /eitdat de verordening