25.
„Adressanten vragen, dat dagelijks aan elk kind op de ge
meentelijke bewaarscholenscholen voor onvermogenden en voor
minvermogenden eene portie warm eten van gemeentewege worde
gegeven. Zij gronden hun verzoek op de slechte, onvoldoende
voeding dier kinderen, die met een ledige maag ter school
zouden komen, en door gebrekkig voedsel in de ontwikkeling
van hunnen geest worden belemmerd, en wijzen er met eenigen
nadruk op, dat het belang dier kinderen niet mag worden ver
waarloosd wegens de daaraan verbonden kosten.
„De quaestie der kosten kan terzijde worden gelaten: indien
de maatregel werkelijk nuttig en noodig ware mogen de kosten
zeker geen overwegend bezwaar zijn. Hoofdzaak isof de voor
stelling van adressanten juist is; of werkelijk door gebrek aan
Voeding der kinderen op de lagere scholen.
Evenmin mochten pogingen om van gemeentewege aan de
kinderen op de openbare bewaarscholen en de scholen voor on
en minvermogenden voedsel te doen verstrekken bij Uwen Raad
ingang vinden.
Een daartoe strekkend adres van den heer F. Domela
Nieuwenhuis, door 999 handteekeningen ondersteund, werd
in handen der Plaatselijke Commissie ten fine van advies ge
steld, die een onderzoek naar de wenschelijkheid en uitvoer
baarheid van dien maatregelook in verband met hetgeen in
andere landen plaats vondaan eene subcommissie uit haar
midden opdroeg.
Het door die subcommissie uitgebrachte rapport, met welks
strekking en conclusie de Plaatselijke Commissie zich geheel
vereenigde, luidde als volgt:
vakken besteed, tot groote schade voor de uitkomsten van het
onderwijs zou inkrimpen, terwijl naar hunne meening door
particuliere inrichtingen, waaraan ook de gemeente haar steun
niet onthield in de bestaande behoefte voldoende werd voorzien.
In Uwe vergadering van 22 Mei 1883 werd dienovereen
komstig het verzoek van adressanten van de hand gewezen.