25. wijl slechts één onderwijzer in het algemeen gunstige werking daarvan verwacht, zonder dit oordeel echter te motiveeren. De inlichtingen omtrent de bewaarscholen waren eveneens gunstig; van onvoldoende voeding der kinderen was, behoudens enkele uitzonderingen, niets gebleken. De toestand der schoolkinderen is derhalve veel gunstiger dan adressanten zich dien voorstellen. Terwijl zij aanvoeren, dat de maatregel voor ongeveer 9000 kinderen noodig is, blijkt thansdat het geven van voedsel buiten de ouderlijke zorg voor verreweg de meeste leerlingen geheel onnoodig zoude zijn, en volgens bijna alle onderwijzers nadeelig zoude werken zoowel op het onderwijs als op het karakter der kinderen. Dit resultaat komt geheel overeen met de inlichtingen van twee hoofden van groote bijzondere armenscholen (van 550 en ongeveer 400 niet betalende leerlingen)die sedert vele jaren daartoe door de bizondere liefdadigheid in staat gesteld, aan enkele kinderen eene portie warm eten verschaffen. Dit werd, alleen in de wintermaanden, aan ongeveer 50 leerlingen van elke dier scholeu dagelijks gegeven. Het schijnt zeer goed te werken, ook op het schoolverzuim, doch de onderwijzers achten uitbreiding onnoodig en niet wenschelijkook al mochten de financiëele bezwaren daartegen geheel zijn opgeheven. Zij ver klaarden, dat het verstrekken van voedsel op hunne scholen als algemeene maatregel nadeelig zoude werken op het onderwijs en de kinderen. Éen der onderwijzers had vroeger den maat regel een weinig uitgebreid, maar dit bleek zeer verkeerd: ouders en kinderen waren er door gekrenkt in hun eergevoel. Volgens de meest deskundigen is dus de verlangde alge meene maatregel noch noodzakelijk noch wenschelijk voor het onderwijs. Zeker zouden voorts het familieleven en de eenheid van het gezin groote schade lijdenindien voor alle schoolkinderen dagelijks maaltijden buiten het ouderlijke huis werden aange richt; het vertrouwen op eigen inspanning en kracht zoude daardoor niet worden bevorderd, doch gevaar bestaandat op die wijze een steunen op de hulp van anderenvan de gemeente, van den Staatin de hand wordt gewerkttot groot nadeel 4

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 304