25. der zoogenaamde armenscholen ongeveer 700 er gebruik van. De kosten worden door particulieren gedragen. „Uit al het aangevoerde volgt: dat het verstrekken van voedsel op de scholen aan alle leerlingen onnoodig is, en in vele opzichten slecht zoude werken dat het geven van voedsel in enkele speciale gevallen echter wenschelijk is, en „dat dit niet door of van wege de gemeente behoort te ge schieden maar aan de zorg van particulieren moet worden over gelaten. Op die gronden hebben de ondergeteekenden de eer aan Uwe Commissie in overweging te geven het Gemeentebestuur te adviseeren tot eene afwijzende beschikking op het adres van den heer F. Domela Nieuwenhuis c. s. In het afwijzend praeadvies, door Burgemeester en Wethou ders daarop over het adres uitgebrachtwerd een ander bezwaar dat de Commissie zich niet geroepen geacht had ter sprake te brengen aan de wet op het armbestuur ontleendwier strekking toch is, eensdeels de liefdadigheid zooveel mogelijk aan particuliere krachten over te laten, anderdeels de bemoeiingen der gemeente op het gebied van armenzorg tot een minimum in te krimpen. Blijkens de discussie, in Uwe Vergadering vau 31 Mei 1883 gevoerd, was dit laatste, namelijk de strijd met letter (art. 21) en geest der armenweteen der hoofdmotieven voor de afwijzing van het verzoek. De Plaatselijke Commissie meende deze zaakofschoon zij met het onderwijs niet in zoo dadelijk verband staateenigszins uitvoerig in haar verslag te moeten memoreeren. Zij vond daar toe te gereeder aanleiding nu dezelfde vraag, wier belangrijk heid zoowel uit een theoretisch als uit een practisch oogpunt niet licht te hoog kan worden aangeslagenook elders o. a. te Amsterdam ter sprake was gebracht, en men ook daar tot de slotsom was gekomen, dat deze zaak aan het particulier

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 307