25.
uit de omstandigheid, dat de grond aan de gemeente reeds in
eigendom toebehoorde. Deze overweging voornamelijk had de
Plaatselijke Commissie in die keuze doen berusten, ofschoon zij
in het algemeen (blijkens haar schrijven van Januari 1882, als
bijlage H achter haar verslag over 1881 opgenomen) aan het
Kleine Veentje de voorkeur zou hebben gegeven, daar de school
grootendeels voor de kinderen uit die buurt bestemd zou zijn.
Het was dan ook niet zonder eenige bevreemding en teleur
stelling, dat zij in November 11. bespeurde, dat de toegang tot de
bedoelde schoolwaarvan de plannen haar niet waren mede
gedeeld, aan het Ledig Erf werd aangebracht. De hieraan
verbonden nadeelen waren:
1". dat de tuin en speelplaats aan de noordzijde kwamen te
liggen
2°. dat de leerlingen gedwongen werden zich viermaal daags
door eene zeer ongunstig bekende buurt naar de school te be
geven hetgeen nog wel voor de meesten hunner een omweg
veroorzaakte.
Door persoonlijke bevinding tot de slotsom gekomendat dit
laatste nadeel zonder hooge kosten nog kon worden vermeden,
door aan den Noordwal een ingang aan te brengen, die door
den tuin, langs een bestraat gangpad, toegang tot de school
verleendedeelde zij aan het College van Dagelijksch Bestuur hare
ernstige bedenkingen tegen het ontworpen plan mede, met het
dringend verzoek alsnog aan hare bezwaren tegemoet te komen.
üit het antwoord van Burgemeester en Wethouders, die van
oordeel waren, dat de aanmerkelijk verbeterde toestand van
het Ledig Erf de vrees der Commissie voor den nadeeligen
invloed van het bezoeken dier buurt op de ontvankelijke ge
moederen der jeugdige kinderen niet genoegzaam wettigde,
bleek, dat de keuze van den ingang der school indertijd be
paald was door het streven, om het samentreffen van leerlingen
uit twee scholen aan den Noordwal te voorkomen, waaraan
naar hunne meening ernstige bezwaren verbonden waren.
De Plaatselijke Commissie, die met belangstelling van dit
antwoord kennis namkon, blijkens haar schrijven van 8 December