25. „„Voor kinderen beneden de zeejaren zullen insgelijks zooveel éënigszins doenlijk, óf afzonderlijk óf met andere scholen ver- bohflehBewaarscholen of Kleinkinderscholeri opgericht worden volgens een door de Provinciale Staten onder goedkeuring des „Konings vast te Stellen reglement.” Volgens de Wét van 1806 vielen dus dé Bewaarscholen onder het lager onderwijsen waren de Provinciale Staten bevoegd bepalingen omtrent dat onderwijs te maken. „Hierin is verandering gekomen door de wet van 13 Aug. 1857 (Stbl. n°. 103). Volgens deze wet vallen de bewaarscholen niet meer onder hèt lager onderwijs, zijn dé voorschriften om trent het lager onderwijs in de wét zelve opgenomen, en is de toepassing en uitwerking dier voorschriften niét meer aan de provinciale besturen opgedragen. „Moet nu door het tot stand komen van déze Wet en die van 17 Aug. 1878 (Stbl. n®. 127) het reglement op de bewaar scholen gëadht Worden te zijn vervallen De CotamlsSié wafe hiët eehstenimig in het beantwoorden Vkn detë vraag. Een der leden was van oordeeldat hét reglement sedert 1857 niét mëëf Van kracht is én afgeschaft door art. 73 der Wét Van 13 Aug. 1857 (Stbl. h”. 103). Het reglement berustte alleen op de wét Van 1806 eh betrof naar dé toenmalige op vatting éehe éaak Vkn lager Onderwijs, gelijk trouwens art. 1 van hét régletnént Uitdrukkelijk zégt. En daaruit volgt, dat hét Üöor art. 73 is afgêschaft, hetwelk bepaalt, dat met 1 Ja- nüari 1858 Zijfi afgêschaft de bestaande algemeene, provinciale en plaatsêlfjké Vérofdënihgén op het lager onderwijs. Dé iheerderhëid méénde dat het reglement als nog van kracht moest wordeti beschouwd. „Het reglemênt is eene provinciale verordening, in 1854door flë beVöêgdé macht vdstgésfeld en door den Koning goedgekeurd. Hét moét als rechtsgeldig worden beschouwd, zoolang het niet bfepaaldélijk is ingetrokken of afgeschaft. Art. 73 der wet van 1837 hééft ttö reglement niét afgeschaft, want daarbij worden Èlllééfi ifgëSCHaft dé verordeningen op hel lager onderwijs, en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 329