25. J. J. Bergsma, Voorzitter. J. H. J. Quables van Uyfoed, Lid en Secretaris. De Plaatselijke Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs op de betrokken Subcommissie de Plaatselijke Commissie over gebracht, aan welke ook het uitreiken van eene belooning of getuigschrift aan de leerlingen, die de school verlaten, opge dragen werd. In het afgeloopen jaar verloor de Plaatselijke Commissie één harer leden, namelijk Mr. C. J. E. Graaf van Bylandt, die zich, tengevolge zijner benoeming tot lid van het College van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland, genoopt zag, het daar mede naar zijn oordeelniet wel vereenigbaar lidmaatschap der Plaatselijke Commissie van toezicht op het lager onderwijs, neer te leggen. Niet zonder leedwezen nam de Commissie van dat besluit kennis, daar zij in den heer van Bylandt een lid verloor, die gedurende ruim 5 jaren als haar secretaris en ongeveer twee jaren lang als gewoon lid de belangen van het onderwijs met den meesten ijver en toewijding had behartigd, en wiens voor lichting zij ongaarne zal missen. In zijne plaats werd door Uwen Raad tot lid der Plaatselijke Commissie benoemd Mr. J. G. S. Bevers, die den heer van By landt tevens in de Subcommissie voor de 3de schoolwijk verving. Het mandaat der vijf, volgens rooster, met 1 Januari 1884 aftredende leden, te weten van de heeren Mr. P. R. Feith, Jhr. Mr. S. Laman Trip, Jhr. A. C. Th. Gevers Leuven, Jhr. Mr. E. N. de Brauw en Mr. J. G. S. Bevers, werd door Uwen Raad voor allen hernieuwd. In de ten vorigen jare medegedeelde samenstelling der Sub- commissiën kwam, behoudens de hierboven vermelde vervan ging van den heer van Bylandt, geene verandering. In 1883 hield de Plaatselijke Commissie negen vergaderingen waarvan zeven door den Schoolopziener in het arrondissement ’s-Gravenhage werden bijgewoond.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 333