29
tevens de meeste geschillen omtrent het al of niet
hebben van hoofdverblijf in de gemeente zouden ver
vallen.
De bedoeling der nota werd nader geformuleerd in
de volgende daarbij overgelegde ontwerp-redactie van
art. 245 der Gemeentewet:
In den hoofdelijken omslag of andere plaat-
seüjke directe belastingen worden uitsluitend
de inwoners der gemeente aangeslagen.
Voor inwoners houdt de wet
a. allendie in de gemeente hun hoofd-
verblijf hebben in den zin van het Bur-
gerlijk Wetboek;
b. allendieofschoon elders hun hoofd-
verblijf hebbendein de gemeente eene
vaste verblijfplaats of woning gebruiken
die voortdurend ter hunner beschikking
staat.
In de belasting wordt over een dienstjaar
door hemdie niet dat geheele jaar inwoner
der gemeente bleef, voor zooveel twaalfden
gedeeld, als zijn hoofdverblijf of wonen in de
gemeente maanden heeft geduurdgedeelten
van maanden voor geheele te rekenendoor
hemdie geen drie maanden van dat jaar
inwoner der gemeente is geweestniet bijge-
dragen; door hem, die, ter waarneming eener
<i openbare betrekking, in eene gemeente buiten
zijn hoofdverblijf vertoeftin die gemeente
niet bijgedragen.
De aangeslagene kan binnen veertien dagen
in beroep komen bij Gedeputeerde Staten van
«de beschikking van den Raad, waarbij zijn