26.
2. De wel tol regeling van het hooger onderwijs, organieke
verordeningenreglementen instructionenz.
Kolonel en op Dr. H. tan Cappei.ee, Referendaris aan het
Ministerie van Binnenlandsche Zaken. De heer Slditer gaf als
zijn verlangen te kennen, om voor deze betrekking niet in aan
merking te komen. Geroepen tot aanvulling der lijst van aan
beveling kon het college daartoe niet terstond overgaanomdat
een van de drie der in functie zijnde Curatoren tijdelijk uitlandig
was. In September maakten wij eene nieuwe aanbeveling op,
bestaande uit de heeren Dr. M. Sadverda en Dr. H. van
Cappelle. Immers, was de minder goede staat zijner gezond
heid de reden waarom de heer Salverda zijn ontslag had
genomen, thans gevoelde hij zich zoover hersteld, dat hij tot
onze vreugde genegen was de betrekking van Curator wederom
te aanvaarden. De Raad benoemde hem daartoe op 25 September.
In onze gewone vergadering dierzelfde maand werd de heer
van Panhvijs aangewezen om den heer de Pinto te vervangen
als ondervoorzitter.
I. Hier zij herinnerd, dat met ingang van 1 Aprileene vaste
Raadscommissie van bijstand in het beheer van het gemeente
onderwijs is opgetreden. De wethouder Mr. M. W. Baron dü
Tour van Bellinchave werd met het voorzitterschap belast.
Toen hij kort daarop tot Minister van Justitie was benoemd,
trad in zijne plaats de wethouder Jhr. Mr. W. Six als voorzitter
der commissie op.
II. De bepalingen omtrent den duur der Kerstvacantie in
artikel 5 der Organieke Verordening tot regeling van het Gym
nasium te ’s Gravenhage werden door Curatoren en den Rector
verschillend opgevat. Dit verschil noopte ons het gevoelen in te
winnen van de Regeering. De briefwisseling, over deze zaak met
den Minister van Binnenlandsche Zaken gevoerdwordt achter de
vier gebruikelijke Bijlagen als Bijlage V opgenomen. Toen gebleken
wasdat de Regeering met het gevoelen van Curatoren instemde
js dienovereenkomstig de duur der Kerstvacantie geregeld.