26. 3. Schoolgebouw. In het afgeloopen jaar is met het oog op de verdeeling der lilde klasse in twee parallelklassen het groote bovenlokaal in het achtergebouw in tweeën gesplitst. De houten bestrating vóór en nabij het gebouw blijkt bij voortduring aan eene dringende behoefte te voldoenal wordt daardoor ook het bezwaar der ligging van het Gymnasium in eene der drukste straten der stad slechts ten deele opgeheven. I. In ons vorig verslag is vermeld, dat de heer A. W. Stellwagen met ingang van 16 Januari tijdelijk het onderwijs in het Nederlandsch op zich nam. Voor de definitieve vervulling der betrekking van leeraar in dat leervak boden wij een tweetal aanbestaande uit de heeren Arnoleus Wilhelmus Stellwagen leeraar aan de hoogere burgerschool te ’s-Graven- hage en Franz Albers destijds leeraar aan de hoogere burger school te Breda. De heer Stellwagen werd den 27sten Februari door U benoemd. Aanvankelijk rees er eene kleine moeilijkheid ten aan zien van het tijdstipwaarop zijne benoeming zou ingaan. Doch alras gelukte het tot eenen modus mivendi te geraken met het bestuur der hoogere burgerschool, dat den heer Stellwagen noode zag heengaan en hem liefst zoolang mogelijk voor die inrichting behouden wilde. Met aller instemming werd bepaald dat de aanstelling van den tijdelijken tot vasten leeraar aan het Gymnasium zoude ingaan met 1° Mei. II. Met 1° September eindigde de tijdelijke aanstelling van den heer Aitton. Hij was toen nog niet in de gelegenheid geweest de akte voor geschiedenis te verwerven. De inspecteur der gymnasia maakte bezwaar om hemalvorens hij in het bezit dier akte was, toe te staan onderwijs in het genoemde leervak te gevenal zou het ook maar voor weinige weken zijn. Curatoren hadden hem anders gaarne reeds met ingang van den cursus 18831884 een deel van het onderwijs in de geschiedenis 4. Personeel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 413