21.
In den aanvang van 1883 werd door de ’s-Gravenhaagsche
afdeeling der Vereeniging ter bevordering van Fabriek- en Hand
werknijverheid in Nederland, in een adres aan Burgemeester en
Wethouders van ’s-Gravenhageop deugdelijke gronden en met
zeldzame welsprekendheid de wenschelijkheid van het oprichten
eener dergelijke verzameling betoogd. In dat adres werd er op
gewezendatzal het doel geheel worden bereiktde ver
zameling in de eerste plaats bestemd en geschikt behoort te
zijn voor het onderwijs en daarom in rechtstreeksch verband te
staan tot de Teeken-Academieopdat deze reeds nu zoo weldadig
werkende inrichting zich in staat gesteld zie, beter dan nu, het
ontbreken eener eigenlijke kunstnijverheidschool te vergoeden.
De Teeken-Academie belooft zeer veel voor onze industrie
mits het Gemeentebestuur op den ingeslagen weg geleidelijk
voortgadoch dan ookhet zij der afdeeling vergund hare
overtuiging niet te verhelennu niet meer drale en haarin
het algemeen belang, dergelijke uitbreiding niet langer onthoude.”
Toen van wege het dagelijksch bestuur der stad de meening
van den Raad van Bestuur der Academie over genoemd adres
gevraagd werd, gaf deze dan ook zijne warme ingenomenheid
daarmede te kennen.
De verwezenlijking toch van dien wensch, door de Academie
sedert 1876 gekoesterd en herhaaldelijk in het openbaar geuit,
zal immers het onderwijs eerst ten volle doen gedijen.
Daarenboven scheen toen de zeldzame gelegenheid te bestaan
om door aankoop van een belendend huis de zoo vurig gewenscbte
verzameling niet alleen in de onmiddellijke nabijheid der Academie
te verkrijgen, maar ook door het daarbij behoorend terrein het
Academiegebouw te kunnen uitbreiden.
Ondanks dien aandrang van alle nijverheidslichamen bij het
Stedelijk bestuur gedoogden de financiën der gemeente niet, aan
het verzoek gevolg te geven.
Toch meenden eenige wakkere nijveren dezer stadmet name
de afdeeling ’s-Gravenhage der Maatschappij tot bevordering der
bouwkunst en de reeds genoemde afdeeling van Fabriek- en
Handwerknijverheid, die zoo krachtig opgetreden was, in dat