Bijlage 28. ’s-Gravenhage 6 Maart 1884. liet Burgerlijk Armbestuur heeft de eer het navolgende over het dienstjaar 1883 mede te deelen. Daar de Commissie in de Raadsvergadering van 20 September 1883 op nieuw de eer genoot eener herbenoeming, en de Heer Wethouder Mr. J. P. Vaillant door den Heer Burgemeester wederom tot Voorzitter werd benoemd, onderging het bestuur geene verandering. De toestand van het Armwezen is in deze Gemeente over het algemeen gunstig te noemen, waarvan de hieronder te ver melden feiten ten bewijze mogen strekken, ofschoon het aantal bedeeldenvooral te Scheveningenen daardoor het bedrag van den verstrekten onderstandeenigszins hooger was dan in 1882. Tot de vermelding van eenige bijzonderheden overgaande, vestigt het Burgerlijk Armbestuur de aandacht op het volgende: Bij de eerste uitdeeling in Januari 1883 wees de lijst der bedeelden een cijfer aan van 458 gezinnen, uitmakende 969 personen, gezamenlijk bedeeld met f 319.45 in geld, en 545 brooden ’sweeks, benevens 117 portiën spijs daags, eene geldswaarde vertegenwoordigende van f 63.18, hetgeen bij omslag voor den onderstand van ieder gezin 95’ cent, en dus iets minder dan op hetzelfde tijdstip des vorigenjaars aanwijst, terwijl op de zoogenaamde vaste lijst 12 gezinnen meer be deeld werden, dan bij de eerste uitdeeling in 1882. Tevens hadden als gewoonlijk in het winterseizoen verstrek kingen plaats van hemden, dekens, stroo en stroozakken, en uitsluitend voor Scheveningenook mansbroekenvrouwenrokken

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 443