28. 34 89 Eene vergelijking dezer opgaven met die over 1882, geeft met opzicht tot de in de zes eerste geneeskundige afdeelingen in doorloopenden geneeskundigen onderstand opgenomen perso nen, in 1883 een lager cijfer (90) aan wat gezinnen betreft, en 238 personen (leden des gezins beneden de 18 jaren). Onder het totaal cijfer van de in doorloopenden geneeskundigen onder stand opgenomenen, waren er 11 minder in gestichten verpleegd. Tegenover het minder aantal in doorloopenden geneeskundigen onderstand opgenomen gezinnen en personen, was het aantal in de 6 eerste afdeelingen uitgereikte ziekenbriefjesdie persoon lijk en in den regel niet langer dan één week geldig zijn, 793 meer; doch voor Scheveningen 49 minder dan gedurende 1882. Wat den gezondheidstoestand in het algemeen betreft, deze was gedurende 1883, ook volgens het verslag der geneeskunst- oefenaren gunstig te noemen, daar de Gemeente van eigenlijke epidemiën verschoond bleef, en alleen sporadische gevallen van roodvonk en kinkhoest werden waargenomen. De verstrekking van breukbanden, enz. had in 1883 ten behoeve van 428 personen plaatsterwijl de daarvoor gemaakte kosten iets hooger dan het vorige jaar zijn geweest. Met opzicht tot de verpleging in het Ziekenhuis valt te vermel den, dat, terwijl daarin op ultimo December 1882 voortekening van het Burgerlijk Armbestuur nog 104 personen in verpleging waren gebleven; blijkens de hier vorenstaande opgaven in den loop des jaars voor zijne rekening nog werden opgenomen 1062 lijders, welke 1166 personen samen gedurende 46027 dagen zijn verpleegd, alzoo 44 verpleegden en 3640 verpleegdagen meer dan in 1882. Het aantal verpleegdagen, door elkander genomen, bedroeg voor ieder ongeveer 43J, alzoo ruim 5 dagen meer dan in het vorige jaar. Van die 1166 verpleegden waren: beneden het jaar tot 5 jaar oud Transporleere 123 I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 452