NOTA betreffende het Koninklijk Zoologisch Botanisch Genootschap. De verwerping door de Aandeelhouders in de algemeene vergadering van den 27sten Maart 1883 van de voorgestelde hypothecaire geldleening had de aftreding van het bestuur (onder praesidium van Jhr G. J. G. Klerck) ten gevolge. Een woord van hulde voor zijne werkzaamheid ten nutte van het Genootschap vinde hier zijn plaats. Het daarop nieuw gekozen bestuur nam den 22sten Mei zitting en koos tot zijn Voorzitter Graaf Schimmelpunktnck van Ni JENHUIS. Maatregelen tot inkrimping der uitgaven ter bestrijding van het bestaand tekort werden genomen en zal dit tekort met de afsluiting der rekening over 1883 reeds aanmerkelijke vermin dering hebben ondergaan. De handel in dieren en planten werd, als minder in overeenstemming met den aard van het Genootschap en wegens de vele daaraan verbonden onkosten en bemoeiingen, die niet genoegzaam in verhouding stonden tot de verkregen geldelijke uitkomstenafgeschaft. Behalve de werkloods, die tot winterstal werd ingericht ter vervanging van den ouden, die wegens bouwvalligen toestand zal worden afgebrokenmoest het Bestuur zich tot zijn leedwezen wegens gemis aan de noodige fondsen, tot het doen der noodige her stellingen bepalen. Het ledental bedroeg op 1 Januari 1884 2675, zijnde 53 minder dan ten vorigen jare. De ontvangsten wegens contri bution bedroegen in 1883 f 58.030.75entreegelden van nieuwe leden f 1635, entreegelden en abonnementskaarten van vreem delingen 6.736,50. Bijlage 56.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 498