59.
52,000,000 in 1882;
90,227 ton, tegen 76,594 ton in 1882;
1,600 ton.
De visschersvloot van Scheveningen bestond uit 186 groote
bomschepen6 kleine dito en 27 loggers.
De schrobnetvisscherij werd uitgeoefend met 170 bomschepen
die f 241,027 besomden tegen 232,215 in 1882. Zes garnalen
booten besomden f' 6000, tegen f 5000 in 1882. De beug-
visseherij leverde geen besomming op. Van de loggerschepen
ontbreekt opgaaf omtrent de wintervisscherij daar de visch
daarvan ook elders werd verkocht.
Aan de haringvangst namen 186 schepen deeltegen 196 in
het vorige jaar.
De aanvoer beliep aan
steurharing 47,000,000 stuks, tegen
idem 52,000,000
pekelharing
makreelen
Hieronder is niet begrepen eene aanzienlijke hoeveelheid
steur- en pekelharing en zoutevisch, door de visschers zelf
verkocht en niet bij benadering optegeven.
De versche visch was steeds hoog in prijs, lage prijzen,
zooals vroeger, kwamen niet voor; de gemakkelijke vervoer
middelen de ijsverpakking en vermeerderde consumptie waren
hiervan de oorzaak.
De haringprijzen varieerden; die van de steurharing liep per
1000 stuks van f 38 tot f 14 en die der ijle haring van f 17
tot f 12.
Steur- en pekelharing vonden voortdurend grooten aftrek en
de vraag was steeds grooter dan het aanbod. Uitvoer had
voornamelijk plaats naar Duitschland terwijl ook de verzending
naar Noord-Amerikawaar elke hoeveelheid en elke qualiteit
schijnt geplaatst te kunnen worden, niet onbelangrijk was.
De aan voer van visch voor de drogerijen en van haring voor
de rookerijen uit Engeland was aanzienlijk, terwijl ook uit
Vlaardingen, Maassluis en andere visschersplaatsen belangrijke
hoeveelheden werden aangevoerd. De geheele inkoops waarde
yan visch bedroeg meer dan 2,500,000.
III. VISSCHEBIJ EN DAARMEDE VERWANTE BEDRIJVEN.