59. a De garen-netten-en zeildoekfabriek van den heer M. Parser en CJ.neemt steeds in uitgebreidheid toe en mag zich verheugen in belangrijke binnen- en buitenlandsche bestellingen. De firma A. E. Maas en Zonen, ging voort met hare leve- rantiën van scheepsbfcjioodigdheden. Het zeevaartkundig onderwijs werd door vele belangstellenden gevolgd. Gebrek aan bekwame visscherlieden en varensgezellen doet zich nog steeds gevoelen en belemmert de meerdere uit breiding der vloot. Van andere plaatsen kan hierin slechts gedeeltelijk worden voorzien. Ten behoeve der visscherij werd 4,357,800 KG. zout gebruikt. De uitkomst der visscherij over 1883 mag dus gunstig ge noemd worden. Tijdens de schrobnetvisscherij viel het verlies van twee bomschepen met hunne bemanning te betreuren. Met de haringvisscherij hadden geen ongelukken plaatsalle schepen kwamen behouden terug en het verlies aan netten was minder dan in vorige jaren. Omtrent veranderingen of verbeteringen in handel en visscherij valt niets belangrijks te vermelden. Het Gemeentebestuur zorgt voor eene betere bergplaats van de vloot door afgravingen ten Noorden van het dorp, iets, dat met het oog op het toenemend getal bomschepen, dat in 1884 ver boven de 200 zal zijn, zeer noodzakelijk is. Meer en meer wordt het duidelijk dat het bezit eener zeehaven voor de Scheveningsche reederij eene levensquestie is. De geregelde aanmonstering voor den Waterschout werkte gunstig, zoodat het vroegere verzet plaats heeft gemaakt voor eene begeerte tot aanmonstering. Bij het bestuur van de Eendracht” kwamen weinig geschillen onder de visschers ter vereffening voor. De gunstige afloop der haringvisscherij bracht in alle daar mede in verband staande takken van nijverheid meer bedrijvig heid. Op de scheepstimmerwerven werd meer besteld dan ge leverd kon worden. 'k‘

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 514