59.
iv.
J
Voor zoover ons bekend is kwam in de reederij der firma
J. J. van den Berg geen verandering. Aangaande die van de
firma’s Huijgens en Hardenberg en van C. Jut en C°., zijn ons
geen bijzonderheden bekend geworden.
Aan het einde van 1883 waren er in deze Gemeente 92 vaar
tuigen van 10 en meer tonnen inhoudzijnde 1 meer dan
in 1882 met een gezamenlijken inhoud van 2845 scheepston
tegenover 3012 in het voorgaande jaar. Van deze vaartuigen
behooren er 18 te Scheveningen te huis. Van de overigen (74),
die te ’s-Gravenhage thuis behoorenzijn er 13 bewoonde liggers
(5 meer dan in 1882); 6 zijn uitsluitend voor het fabriekwezen
in gebruik; 4 liggen aan de koolmarkt (tegen 6 in 1882) en
1 dient als ligger voor houtskool. De overigen behooren aan
particuliere schippers tot aanvoer van brandstoffenaardappelen
fruit enz., of aan kramers, die de kermissen of jaarmarkten
bezoeken.
a. Dinnenlamlscli,
Dit verslag gaat vergezeld van de gebruikelijke tabellarische
opgaaf aanwijzende de op 31 December 1883 in deze Gemeente
aanwezige fabrieken, die met stoom werken, het aantal stoom
tuigen, stoomketels en de nominale paardenkracht.
Bij vergelijking met de tabel gevoegd bij het vorige jaar
verslag blijkt dat stoomwerktuigen werden geplaatst voor het
eerst in de smederij van de Wed. P. Sterkman, in de timmer
manswerkplaats van D. A. de Cocq en in de ’s Gravenhaagsche
Zwem- en Badinrichting. Uitbreiding werd er aan gegeven in
de fabriek „de Prins van Oranje,” in de bierbrouwerij van
L. Kirchman en in de ververij van P. J. Tack, terwijl van de
lijst wegvielen de drukkerij van de Wed. E. Spanier en Zn.
en de beddenfabriek van E. G. Antink.
b. Huilenlaitdsch.
SCHEEPVAART.
J.
V. NIJVERHEID.