J 59. Inrichtingen in het belang der werklieden. c. ambachten onder de 1°. d. Instellingen Deze bestonden uit 2°. 3°. 4°. en onderhoudswerken uit, zelfs ten nadeele van hunne eigen dommen. Inzonderheid het loodgieters-, het metselaars- ep het timmervak ondervonden hiervan in de eerste plaats de nawerking. Hoewel langzamerhand de pompen door waterleiding verdrongen worden, vinden de looden-pompenmakers vergoeding hiervoor jn den aanleg van duinwater. 5°. 6°. 7°. 8°. de Vereeniging tot bevordering van Israëlieten de Leesinrichting voor den ambachtsman de ’s-Gravenhaagsche Volksgaarkeuken de Vereeniging tot verbetering der woningen voor de arbeidende klasse; de Haagsche maatschappij voor kosthuizep de Nederlandsche nationale vereeniging voor werklieden; de Algemeene 's Gravenhaagsche Werkliedenvereeniging; de ’s-Gravenhaagsche Ambachtsvereeniging. en inrichtingen in hel belang der nijverheid. In het getal en den aard dezer inrichtingen is, voor zooveel wij wetengeen verandering gekomen. Om vroeger medegedeelde redenen bepalen wij ons tot de vermeldingdat hier gevestigd zijn 1°. de afdeeling der Vereeniging tot bevordering vanfabrieks- en handwerksnijverheid in Nederland, wier hoofdbestuur alhier ook gevestigd is; 2°. de Vereeniging voor Nederlandsche industriëelenwier bewind mede alhier zetelt; 3°. het departement der te Haarlem gevestigde maatschappij ter bevordering van Nijverheid; I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 527