49 waarvan in het vorig verslag reeds melding gemaakt is, kwam geheel tot stand. Het sierlijk plein, ont staan door die overkluizing en sedert met plantsoen bezet, mag nu geacht worden te behooren tot een der schoonste gedeelten van de Gemeente. Voor een som van 4748.75 werd aan J. M. Van Blijswijk opgedragen het afgraven van het terrein aan de landzijde van het Hotel Garni. Het afkomende zand wordt vervoerd naar de zoogenaamde Renbaanter voorbereiding van den aanleg van een park op dat terrein. De in 1882 aangevraagde en door de Wetgevende Macht vastgestelde wet tot onteigening ten behoeve van den aanleg eener 12 M. breede straat van den Prinsessewal door de Prinsestraat tot aan het Kerkplein werd bij Koninklijk besluit van 18 Augustus 1883 be krachtigd. Dit was een belangrijke schrede op den -weg om tot de gewenschte verbetering te geraken van de verbinding tusschen het Kleine Veentje en het midden punt der Gemeente. Op het einde van het jaar waren bij minnelijke schikking verkregen 16 geheele of gedeeltelijke per- ceelen, waarvan met de amotie weldra kan worden aangevangen. In het belang van het openbaar verkeer en van den welstand is in het tweede halfjaar aangevraagd een onteigeningswet tot het verkrijgen van den eigendom van een strook grond aan den hoek van de Banka- en de Sumatrastraatgroot in oppervlakte p. m. 80 c. a. Aan de navolgende straten en pleinen werden ge geven de daarbij te vermelden namen: Aan de ruimte in het Kleine Veentje tusschen de Zoutmanstraat en de Prins Hendrikstraat, die van Prins Hendrikplein aan het ruime terrein tusschen de Javastraat en 4

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1883 | | pagina 55