94
HOOFDSTUK VIII.
Verandering in het getal kerkelijke gemeenten en
kerkgebouwen is gedurende het jaar 1884 niet voor
gekomen.
De Roomsch-Catholieke geestelijkheid alhier werd
vermeerderd met één geestelijke, die als Rector in
het Roomsch-Gatholiek Ziekenhuis werd aangesteld.
De Portugeesch-Israëlietische gemeente had het over
lijden te betreuren van haren Opperrabbijn den Wel-
Eerw. heer JB. VAN J. Ferares, wiens betrekking
daarna ad interim door den Opperrabbijn der Ned-
Israëlietische gemeente werd waargenomen.
Andere veranderingen in het getal dienstdoende
leeraren of geestelijken bij de onderscheidene kerkge
nootschappen kwamen alhier niet voor.
De Gemeente deed geene uitgaven voor den open
baren eeredienst; zij verleende noch suhsidiën voor
bouw of herstel van kerken of pastorieën, noch toe
lagen aan geestelijken.
Door de godsdienstonderwijzers van de Nederduit-
sche Hervormde gemeente werden in 21door die
van de Israëlietische gemeenten in 2 van de 26 school
gebouwen voor openbaar lager onderwijs lokalen ge
bruikt tot het geven van godsdienstonderricht.
De voor godsdienstige doeleinden, krachtens mach
tiging, aanvaarde makingen en schenkingen bestonden
uit;
som van f 200 tot aankoop van prijzen voor een ten
behoeve van de leden van genoemd korps te houden
wedstrijd.
Het Bestuur der Vereeniging bleef onveranderd.
Kerkelyke Zaken.