Ill
de voorwerpen werden net afgewerkt. Het kostbare
van het onderwijs twaalf gulden per jaar, behalve
de onkosten aan grondstoffen en gereedschappen, dat
alleen door vermeerdering van leerlingen zou kunnen
verminderen schrikt nog vele ouders af.
Het Departement ’s-Gravenhage van de Maatschappij
«Tot Nut van het Algemeen» stelde weder, als sedert
1881, voor die leerlingen van zijn jongensschool, wier
ouders of voogden daartoe hun verlangen kenbaar
ma&kte, de gelegenheid open, om les te nemen in
huis- of handenarbeid. Dit onderwijs, dat eveneens
door den heer Groeneveld en later door den heer
Kooijman gegeven werd en afzonderlijk in rekening
wordt gebracht, werd door een20tal leerlingen genoten.
Deze inrichting genoot geen subsidie van de Gemeente.
De huisvlijtschoolin 1883 van wege de Afdeeling
’s-Gravenhage van de Vereeniging tot bevordering van
Fabrieks- en Handwerksnijverheid in Nederland ge
opend, gesubsidieerd door vrij gebruik van localiteit
(school in de Lepelstraat) en vuurwerd in 1884 door
twaalf niet-betalende leerlingen bezochtwaaronder
acht jongens van openbare en vier van bijzondere
scholen. Het onderwijs werd wekelijks anderhalf uur
gegeven. Niet een der leerlingen maakte zich aan
willekeurig verzuim schuldig. Voorwerpen voor huis
houding en van smaak vervaardigden zij van gespleten
en geschaafden rotting en van verschillende houtsoor
ten, met gebruik van zaagbeitelhamer en mesje.
De bij een openbare les tentoongestelde, door de jongens
vervaardigde voorwerpen getuigden zoozeer vooi’ hun
aanleg en voor het nut der instelling, dat de Com
missie voor de schoolgesteund door belangstellenden
het besluit nam, in 1885 weer een twaalftal kinderen
van onvermogenden uit te noodigende lessen bij te