142 komst van armbesturen ondersteundwelke tevens bevat de te dier zake gedane uitgaven en ontvangsten. Voor zooveel de instellingen van weldadigheid be treft, bedoeld bij de alinea’s ad van art. 2 der wet van 28 Juni 1854 (Staatsblad n°. 100), verwijzen wij mede naar de tabellen hierachter gevoegd als bijlage 34 n°. 2—9; n°. 2 en 3. Besturen voor huiszittende armen; n°. 4. Genootschappen die aan schamele armen onderstand verleenen; n°. 5. Genootschappen tot het verleenen van on derstand aan behoeftige kraamvrouwen n°. 6 en 7. Godshuizen (niet zijnde ziekenhuizen of geneeskundige gestichten voor krankzinnigen); n*. 8. Ziekenhuizen; n°. 9. Instellingen tot werkverschaffing aan behoef- tigen. Instellingen tot voorkoming van armoede door of van wege de Gemeente beheerd. De gewone statistieke opgaven betrekkelijk deze in stellingen komen voor in de tabellen als bijlage 35, hierachter opgenomen. 1°. De Bank van Leening. (De nota van toelichting, achter die tabel gevoegd, bevat uitvoerige be schouwingen omtrent deze Gemeenteinstelling.) 2°. De Hulpbanken. 3°. De Spaarbanken. Omtrent eene sedert 1866 in deze Gemeente be staande, doch tot nu toe weinig bekende inrichting, welke aan on gelukkigen werk en daardoor levens onderhoud verschaft, zijn ons eenige bijzonderheden medegedeeld, welke wij niet onvermeld willen laten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 147