144 en genootschappen ter tuinbouw zijn alhier ge- De landerijen hadden weder veel last van het hooge boezemwater; men dringt dan ook te recht aan op het nemen van afdoende maatregelen, waartoe in de eerste plaats genoemd wordt waterloozing in zee. De weilanden -waren in het voorjaar weder goed met gras bezet, zoodat het vee vroeg daarheen kon worden gebracht; ook de hooibouw was zeer gunstig. De vruchtboomen hebben in het voorjaar zeer veel door de vorst geleden en vooral de aanhoudende noorde- winden in de maanden April, Mei en Juni deden veel kwaad, zoodat de opbrengst van appelenperen, kersen en pruimen luttel was, daarentegen was er overvloed van aardbeziën, frambozen, kruis- en aalbessen. Ta melijke prijzen werden besteed. De aardappelenteelt had weinig van de nachtvorsten te lijdenook ziekte kwam in de aardappelen weinig voor; alleen in de late soorten ontdekte men eenige sporen, toch was de kwaliteit zeer middelmatig. De koop- en huurprijzen der landerijen waren iets lagerdoch voor goede en goedgelegen gronden worden nog hooge prijzen besteed. De volgende maatschappijen bevordering van land- en vestigd 1°. De afdeeling ’s-Gravenhage van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. De heer Mr. H. Graaf van Limburg Stirum, die door vertrek naar elders zijn ontslag als bestuurslid had genomenwerd vervangen door den heer E. L. Graaf van Limburg Stirum, die tevens de functie van penningmeester van den heer H. Enthoven Hzn. overnam. Haar ledental bedraagt thans 565. Even als in het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 149