154
van de aldaar aangevoerde voortbrengselen en van de
daarvoor besteede prijzen.
b. Buitenlandsche handel.
Ten aanzien van den buitenlandsclien handel ver
wijzen wij naar Hoofdstuk II, letter b, van het verslag
der Kamer.
c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen
en vaarten.
Het aantal in deze Gemeente aanwezige vaartuigen
is in 1884 weder met één vermeerderd en bedroeg
alzoo bij het einde van het jaar 93, van 10 en meer
tonnen inhoud. Van de bovengenoemde vaartuigen
behooren er 21 te Scheveningen thuis. Van de overigen
zijn er 15 bewoonde liggers 2 meer dan in 1883
6 voor het fabriekswezen, 5 liggen aan de koolmarkt
en 1 dient als ligger voor houtskool. De overigen
behooren aan particuliere schippers tot aanvoer van
brandstoffen, aardappelen, fruit, enz. of aan kramers,
die de jaarmarkten bezoeken.
De havenmeester deelde ons het volgende mede:
In 1884 zijn de Gemeente binnengekomen 53,271
vaartuigen, metende 864,959 ton, waarvan als haven
geld is ontvangen 21,862.76.
756 vaartuigen, die niet aan ingezetenen der Gemeente
toebehooren, zijn langer dan 14 dagen in de Gemeente
verbleven; de inhoud dier vaartuigen bedroeg 22,001
ton en het ontvangen liggeld 584.74.
Van bewoonde en niet bewoonde vaartuigendie
aan ingezetenen toebehooren, werd aan liggeld ont
vangen f 520.50.
In het belang van den vischhandel is door den
Raad besloten om met ingang van 1 Januari 1885