16. GEMIDÖELD VERBRUIK. JAAR. 1875— 76 1876— 77 1877— 78 1878— 79 1879— 80 1880— 81 1881— 82 1882— 83 1883— 84 1490 M’ 2512 - 3211 3670 4590 4880 5980 7140 7500 Totaal per dag. Dc Directeur, Theodor Stang. 252 liters. 297 302 289 315 302 345 384 362 Per perceel en per jaar. Per perceel en per dag. Voor het verbruik werden geleverd het verlies gerekend op circa 5 7, blijft voor het verbruik Vergeleken met vorige jaren was zooals in Staat VI is opgegeven. Staat VI. 2,738,000 M1 137,000 2,601,000 M3. het verbruik per perceel, 85 M» 108 111 105 - 115 111 - 126 140 132 - Het wekelijksch verbruik gedurende de laatste 9 jaren is graphisch voorgesteld in Bijlage VI. Opmerkelijk is de belangrijke toeneming van het verbruik op het laatst van 1882 en gedurende 1883 tengevolge van de steeds klimmende waterverspilling. Eveneens verdient de sterke daling van de lijn van 1884 tegen het einde van dat jaar zeer de aandacht, omdat daardoor het bewijs wordt geleverd, dat door de toepassing van doel treffende maatregelen de waterverspilling in belangrijke mate kan worden beperkt. ’s-Gravenhage, 17 Februari 1885.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 213